Muntengalerie
Munten zijn de vaartuigen door de (Brabantse) geschiedenis.
De abdij van Nijvel werd in 640 gesticht door Itta, vrouw van hofmeier Pippijn van Landen. Hun dochter was de eerste abdis. Later werd zij heilig verklaard. St. Gertrudis was in de Middeleeuwen een populaire heilige en Nijvel een belangrijke bedevaartsplaats. Onder Karel de Grote werd Nijvel een rijksabdij voor adellijke stiftdames (zoals Thorn).
Lambert II, tweede zoon van Lambert met de baard, was graaf van Leuven en Brussel (1040) en tevens voogd van de abdij met haar uitgebreid goederencomplex. Lambert overleed in 1062. Onder diens regering werd door de abdij deze penning geslagen. Voorzijde: NIVIELLA PRVDENS (deels retro). Op de keerzijde een kort kruis met de tekst S GERTRVDIS [VIRGO]; tussen de benen van het kruis de Griekse letters Alpha en Omega. Het stuk is een van de vroegste munten van de Leuvense dynastie. Massa 1,11 gr., doorsnede 18,5 mm.




Godfried I met de baard volgde in 1096 zijn vader Hendrik III op als graaf van Leuven en landgraaf van Brabant. Op 13 mei 1106 werd hij aangesteld tot hertog van Neder-Lotharingen en tegelijkertijd beleend met het markgraafschap Antwerpen. In 1128 werd zijn hertogstitel ontnomen ten gunste van Walram II van Limburg. Hij bleef evenwel hardnekkig de hertogstitel voeren. Hij overleed in januari 1139 (paasstijl). Tijdens zijn regering woedde in alle hevigheid de Investituurstrijd. De afgebeelde zilveren penning wordt toegeschreven aan deze hertog Godfried. Op de voorzijde is een breed gevoet kruis afgebeeld van het Brabantse type met als omschrift: [GODEF]RIDVS. De keerzijde toont een (kerk-)gebouw staande op een gewelf, versierd met ringetjes. Massa 0,89 gr, diameter 16 mm.
In 1139 kwam zijn zoon Godfried II an de macht. Hij was gehuwd met de Beierse Lutgard van Sulzbach, schoonzuster van de Duitse koning Koenraad III. Zijn regeringsperiode duurde maar kort. Toen Godfried in 1142 overleed was hun zoon, Godfried III, nog zeer jong en nam Lutgard als regentes het landsbestuur over. Godfried III , bijgenaamd hertog in de wieg, werd meerderjarig bij zijn huwelijk met Margaretha van Limburg in 1155. Volgens Barlandus zou hij tijdens gevechtshandelingen met de heer van Grimbergen in een wieg voor in de linie geplaatst zijn om de vechtlust van de Brabanders aan te wakkeren in de strijd; vandaar zijn bijnaam. In 1159 wist Godfried definitief de Berthouts, heren van Grimbergen, te verslaan en hun kasteel te verwoesten. Hij breidde het hertogdom verder uit met o.a. Aarschot, Duras en Geldenaken. Godfried III overleed in 1190.
De penning hiernaast is geslagen tussen 1139 en 1190 en niet exact aan een der hertogen toe te wijzen. De beeldenaar wordt gevormd door het hoofd van de hertog met diadeem, en profiel naar rechts. Op de keerzijde een kort gevoet kruis met zogenaamde besanten in de kwadranten, binnen een cirkel omringd met een parelcirkel. Van de omschriften zijn enkele letters leesbaar, vz: [D]VX B[...], kz: ...VS. De massa is 0,82 gram. Diameter 15 mm.
In 1190 volgde Hendrik I zijn vader op. Tien jaar eerder had hij een prestigieus huwelijk gesloten met Machteld van Boulogne. Hij zette de expansiepolitiek energiek voort en wisselde makkelijk en opportunistisch van partij om zijn doelstellingen te bereiken. Koppig hield hij vast aan de titel "hertog van Neder-Lotharingen" maar kon zijn aanspraken op deze inmiddels lege titel niet handhaven. In 1190 werd tijdens de Rijksdag besloten dat hij de hertogstitel alleen mocht voeren voor zijn eigen vorstendom. Hendrik I stimuleerde krachtig de stedelijke ontwikkeling, bases voor zijn macht. Kort voor 1196 stichtte hij 's Hertogenbosch nabij zijn landgoed Orthen. De vele privileges maakte 's Hertogenbosch in korte tijd de vierde stad van Brabant. In 1204 verwierf Hendrik de rijksrechten in Maastricht en over het Servaaskapittel.
Op de hier afgebeelde munt is de hertog als ridder in wapentuig en met banier afgebeeld. Op de keerzijde de Brabantse leeuw met het woord LEO = leeuw. Gewicht is 0,82 gram. Diameter 15,5 mm.
In 1235 kwam Hendrik II op de troon. Hij opereerde in het politieke machtsspel behoedzamer dan zijn vader. In 1248 volgde zoon Hendrik III op die consolideerde en een centrale diplomatieke rol in het Neder-Lotharingse gebied vervulde. Na zijn overlijden in 1261 was zijn oudste zoon, Hendrik IV, nog minderjarig en zwakzinnig. Hendriks weduwe Aleidis trad als voogdes op en beijverde de opvolging ten gunste van haar tweede zoon Jan. Zij kreeg in de opvolgingskwestie de steun van de steden tegen de aspiraties van naburige vorsten en lokale heren. Naar aanleiding daarvan sloot in 1261 een aantal Brabantse steden zich aaneen in een stedenbond voor onderlinge bijstand en eenheid in het Brabantse gebied.
Tijdens de regeerperiode van Hendrik II en III (1235-1261) kan in Brabant van een omvangrijke muntproductie gesproken worden. Op 30 april 1231 vaardigde keizer Hendrik van Zwaben te Worms een algemeen decreet uit waarin bepaald werd dat alle Roomse steden, waar een munthuis gevestigd was, handelstransacties in lokale munt mochten eisen. Daaruit zou men mogen afleiden dat die steden bij deze muntrecht verkregen. Het is onwaarschijnlijk dat dit besluit voor de steden in Brabant gold waar alle munten op gelijke voet werden geslagen.
U ziet hier een Leuvense penning met de leeuw naar rechts; normaal staat de leeuw naar links gewend. Omschrift voorzijde: H.DV.CIS, op de keerzijde: B A S T in de kwadranten van het Brabantse kruis. Massa 0,56 gram, diameter 12 mm.
Secretariaat
Smaldonkstraat 5
5482 KE Schijndel
Telefoon 06-20884794
U kunt ook mailen naar info@numismatischekringbrabant.nl
Bankrelatie:
ING-bank, rekening ten name van Numismatische Kring Brabant te Venlo
IBAN: NL91 INGB 0006561790
BIC: INGBNL2A